Hué

Hué is een stad die bruist van cultuur. Het was van 1802 tot 1945 de hoofdstad van de Nguyen dynastie.

De stad heeft het zwaar te verduren gehad tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Vietnamoorlog. Het centrum werd in 1968 verwoest door bombardementen.

De stad is als het ware opgedeeld in twee delen. Aan de Noordwest-oever van de Perfume rivier ligt het oude keizerlijke gedeelte terwijl aan de Zuidwest-oever juist het Franse koloniale overheerst.

De keizerlijke citadel Hoang Thanh wordt omringd door een 10km lange muur met 10 toegangspoorten. Binnen deze muren staan vele indrukwekkende bouwerken, monumenten, tempels, musea en pagodes. In het zuiden van het complex vindt u ook nog de 'verboden stad', een apart deel dat zelfs nog een keer is afgezonderd d.m.v. een 2.5km lange muur. In de 'verboden stad' vindt u onder andere de Mieu Tempel, ‘het Paleis van de volledige vrede’ en ‘het Paleis van de Moeder’, de koninklijke wachttoren, monumenten en de ‘Purperen Verboden Stad’, het verblijf van de keizerlijke familie. Dit is overigens grotendeels verwoest in 1947 en 1968, maar de keizerlijke bibliotheek is nog steeds te bezoeken.

Het symbool van Hué is de Thien Mu Tempel. Deze tempel die in het begin van de 17e eeuw gebouwd is op de Ha Khe heuvel, zou gebouwd zijn omdat de Nguyen-heerser uit die dagen dit ingegeven kreeg door een fee die voor hem was verschenen. Het meest markante bouwwerk van het complex is de 21 meter hoge Phuoc Duyen Pagode.

Ook zeker een bezoekje waard zijn de keizerlijke graftombes. U kunt hier het beste heen per boot over de Perfume rivier. Iedere tombe heeft een eigen heuvel, tempel en afbeeldingen die vertellen over de goede dingen die de keizer heeft gedaan. De mooiste tombes zijn die van de keizers Tu Duc, Khai Dinh en Minh Chang.